U bevindt zich hier:
Home Geschiedenis De dōjō van Usui

De Dōjō van Usui

Wat is een dōjō?

Hiernaast zie je de Japanse kanji voor het woord dōjō.
“Dō” kan vertaald worden als: weg, manier, onderwijs. Dave King omschrijft dō als een pad dat wordt gelopen door de voeten maar (bedachtzaam) wordt geleid door het hoofd.
“Jō” is Japans voor een plek of locatie.

De samenstelling van deze afzonderlijke kanji maakt het woord “dōjō” wat vaak wordt vertaald als een “trainingshal”.

Een dōjō is een plek om te leren door te kijken, luisteren en oefenen, niet om te discussiëren, eten, drinken en dergelijke.
Het is een plek waar men “de weg” (dō) volgt. En met “de weg” wordt in het geval van Usui-sensei’s onderwijs een spirituele weg bedoeld. Het is de weg die je aflegt, je reis door de meditaties en alle ontwikkelingen die je daarmee en daardoor doormaakt.

De term “doka” wordt gebruikt voor iemand die de weg/het pad wil volgen.
Een leraar in een dōjō wordt “shihan” genoemd.

Het betreden van de dōjō

Voordat je een dōjō in mag moet je eerst een aantal dingen doen. Een van die dingen is een ritueel genaamd “temizu,” waarbij je je handen en mond reinigt met water. Temizu wordt vooral gedaan voor het betreden van heiligdommen zoals Shintō tempels. In het begin van Usui-sensei's dōjō werd temizu ook gedaan voordat men de dōjō binnenging, maar later werd het vervangen door een techniek zonder water waarbij de eigen spirituele energie werd gereinigd.
Schoenen, tassen en jassen worden bij de ingang achter gelaten.

Usui-sensei’s dōjō

In 1922 verhuisde Usui-sensei naar Tōkyō en kon hij zich vestigen in een kamer van een vriend van Eguchi. Deze kamer lag in het gebied dat bekend staat als Harajuku.
Usui-sensei kon in 1923 weer verhuizen naar een andere ruimte. Ditmaal een ruimte dat misschien wel twee keer zo groot was als de vorige en het had een aparte ruimte waar Usui in kon slapen.
Volgens de gedenksteen van Usui liet Usui-sensei in 1925 een nieuw huis bouwen in het Nakano district.

Het is voor een dōjō vrij normaal om een gradensysteem te hebben, zodat iemands vorderingen op “de weg” wat duidelijker worden. Oorspronkelijk had Usui-sensei geen graden of niveaus in zijn onderwijs, maar in 1923 nam hij een gradensysteem over uit judo dat bekend staat als “kyu-dan graden”.

In Usui Sensei’s dōjō lagen matten waarop oefeningen en meditaties werden gedaan. Doka zaten in seiza; een meditatiehouding waarbij de benen onder de kont zijn gevouwen. Oefeningen werden vaak in tweetallen gedaan en soms in iets grotere groepjes.